Regeling tav. voedselimport uit bezet Palestina en Sahara blijft uit; en TTIP ingezet tegen consumentenbelang

WSRW-Protest_Saharaoui(1 juni 2015) (update 7 juni) Nederlandse supermarkten verkopen producten uit bezet Palestijns en Saharaans gebied en dragen zo bij aan mensenrechtenschendingen. Ondanks MVO-afspraken, OESO-richtlijnen en VN Principes voor Bedrijven en Mensenrechten, en ondanks onderhandelingen met mensenrechtengroepen voor Palestina en West-Sahara, wil de levensmiddelenbranche niet aan een ´correcte herkomstaanduiding. Een Tweede Kamerdebat op 20 mei bracht verplichte herkomstetikettering en verbod op verkoop van producten uit illegale nederzettingen niet dichterbij. De regering wacht op Europese stappen (richting Israël). Ondertussen neemt de politieke ruimte voor effectieve etikettering en geïnformeerde vrije consumentenkeuze af door ontwikkelingen op handelsgebied (zoals WTO en TTIP).

(door Rob Bleijerveld)

Veel levensmiddelen afkomstig uit illegale Israëlische nederzettingen in Palestina worden verkocht in de Nederlandse supermarkt. Op de etiketten staat ´Product uit Israël´ terwijl zij – volgens internationaal en Europees recht – zijn geproduceerd op Palestijns grondgebied. Iets dergelijks geldt voor producten uit het door Marokko bezette deel van de Westelijke Sahara.

Correcte etikettering nodig

Om te voorkomen dat consumenten ongewild zulke onrechtmatig geproduceerde waar kopen, willen pro-Palestijnse en pro-Saharaanse mensenrechtenorganisaties dat de labels ´Product uit Israel´ of ´Product uit Marokko´ niet meer gebruikt worden voor producten uit bezet gebied. Producten uit legaal Palestijns en Saharaans gebied moeten het label ´Product uit Palestina´ en ´Product uit Sahara´ krijgen. En voorstellen voor etiketten met teksten als ´Product uit Israëlische nederzetting´ of ´Product uit Marokkaanse nederzetting´ worden door hen afgewezen omdat ze in feite heling [1] legaliseren.

Volgens de OESO-richtlijnen zijn bedrijven verplicht de risico’s in hun aanvoerketen in kaart te brengen. En als ze zaken doen met ondernemingen die direct gelinkt blijken te zijn aan mensenrechtenschendingen in bezette gebieden moeten zij die relatie verbreken. Alleen door het aanpakken of mijden van handelaren in foute waar kunnen levensmiddelenfabrikanten en supermarkten garanderen dat de labels ´Product uit Israël´ en ´Product uit Marokko´ vrij zijn van nederzettingenproducten. En er zijn geupdate lijsten beschikbaar van foute bedrijven [2], dus dat is het probleem niet.

Maar CBL en Frugi Venta niet bereid tot actie

De levensmiddelenbranche – lees: het Centraal Buro Levensmiddelenhandel (CBL) en Groenten en Fruit Handelsplatform Frugi Venta – wil er echter niet aan. Tegen de achtergrond van slechte PR en consumentenacties gingen ze in 2012 onder leiding van het OESO Nationaal Contactpunt een ´dialoog´ aan met de gezamenlijke Palestinagroepen, de St. Zelfbeschikking West-Sahara en st. Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) over een ´correcte herkomstaanduiding´ voor producten uit Israël en Marokko. De inzet van de Palestina- en Sahara-groepen was dat de levensmiddelenhandel op basis van de OESO-uitgangspunten geen producten meer verkoopt die besmet zijn met mensenrechtenschendingen. Maar overeenstemming werd niet bereikt en de dialoog is inmiddels afgelopen.

Ondanks de verplichtingen die voortvloeien uit MVO-afspraken, OESO-richtlijnen en VN Principes voor Bedrijven en Mensenrechten [3], en ondanks de voortgang van het Israelische nederzettingenbeleid, benadrukt de vertegenwoordiger van de supermarktbranche, CBL, dat zij duidelijkere regels nodig heeft van de Nederlandse overheid.

¨CBL wacht op duidelijkheid overheid¨

Tijdens een recent radiointerview [4] verwees CBL-woordvoerder Marc Jansen naar uitspraken van voormalig minister van buitenlandse zaken Timmermans uit 2013 die toen zei dat de Nederlandse regering afwacht wat ´Europa´ doet. Nu heeft hij in ´Europa´ zit, blijkt ook daar de kwestie te gevoelig, zo Jansen. Het CBL stuurde daarom nu een vergelijkbare brief aan de huidige minister Koenders om meer duidelijkheid te krijgen. En BuZa heeft het CBL laten weten dat er toch ¨gestreefd wordt naar een oplossing in Europees verband¨.

Het lijkt er op dat het CBL de genoemde ´dialoog´ heeft gebruikt om de ontstane onrust te laten wegebben terwijl ze tegelijkertijd hoopte politieke dekking te krijgen voor het gebruik van etiketten als ´Product van Israëlische nederzetting´ of ´Product van Marokkaanse nederzetting´ [5]. Het CBL gaat er waarschijnlijk vanuit dat politieke toestemming voor het gebruik van dit soort etiketten diepgaand (en duur) onderzoek naar foute bedrijven overbodig maakt en dat de verkoop van nederzetting-producten verder ongemoeid zou worden gelaten. Op die manier zouden tegenstanders ook geen aanleiding meer hebben om via de winkels een ´Midden-Oorlog-conflict´ uit te vechten.

Bal terug bij de consument?

Maar daar nemen de betrokken organisaties geen genoegen mee. Natuurlijk kan de consument die geen producten uit illegaliteit in huis wil halen, afzien van het kopen van levensmiddelen met herkomstlabel ´Product uit Israel´ en ´Product uit Marokko´. Maar het vraagt ook om actie, zoals de openbare inspectieteams en boycotacties van DocP [6] of emailacties als die van Pax [7]. En misschien wordt het ook tijd voor een serie formele aanklachten tegen bedrijven die producten uit de nederzettingen in Nederland (door)verkopen wegens ¨(medeplichtingheid aan) heling en plundering¨ [8].

Pax-Van_etiket_naar_bord

SOMO-rapport over nederzettingenhandel en rol supers

Op 20 mei lanceerde SOMO het rapport [9] ´Nederzettingenhandel en de rol van Nederlandse supermarkten bij mensenrechtenschendingen in de Palestijnse gebieden´ waarin alles ten aanzien verkoop van producten uit de Israelische nederzettingen op een rijtje wordt gezet. De onderzoeksorganisatie concludeert dat het tijd wordt dat supermarkten (en levensmiddelenfabrikanten) hun verantwoordelijkheid nemen en dat de overheid bindende regels opstelt.

De Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied zijn illegaal volgens de Nederlandse overheid en schenden internationaal rechtelijke normen, zoals oorlogsrecht en mensenrechten. Supermarkten en fabrikanten verdienen geld aan bedrijven die de illegale nederzettingen versterken en uitbreiden. Volgens Shawan Jabarin, directeur van de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al Haq, is de internationale handel van de nederzettingen met bedrijven als supermarkten een van de drijvende krachten achter die nederzettingen. De supermarkten hebben een eigen verantwoordelijkheid om deze handel te stoppen.

SOMO aanbevelingen

Volgens SOMO moeten de supermarkten de juistheid controleren van de informatie die ze gepresenteerd krijgen en moeten ze de risico´s in hun keten op mensenrechtenschending in beeld brengen (due diligence, gepaste zorgvuldigheid [10]).

Ze dienen ook na te gaan welke leveranciers nederzettingenproducten leveren en moeten hun eventuele eigen betrokkenheid bij mensenrechtenschending stoppen of voorkomen door die leveranciers er toe te bewegen geen nederzettingenproducten te verkopen, danwel door ze aan te zetten tot verandering en door zonodig de zakelijke relatie tijdelijk op te schorten of zelfs te verbreken bij uitblijven van resultaat.
Ze dienen in de contracten met hun ketenpartners op te nemen dat ze geen nederzettingenproducten accepteren en dit monitoren en de verkregen informatie effectief op te volgen. (Afgaan op de herkomstetiketten die Israëlische bedrijven toepassen is niet vodoende omdat dit systeem niet waterdicht is).
Ze moeten transparant zijn over hun keten en over hun beleid en in het bijzonder ten aanzien van nederzettingenhandel, waarbij zij communiceren dat zij, in overeenstemming met de OESO-richtlijnen, geen producten uit de nederzettingen verkopen.

De Nederlandse overheid is volgens de VN Richtlijnen voor Bedrijven en Mensenrechten verplicht de mensenrechten te beschermen en – volgens OESO-richtlijnen – verplicht om dat uit te voeren.
Om aan die verplichtingen te voldoen, moet de overheid supermarkten en levensmiddelenbedrijven verplichten tot effectieve ´due diligence´ (uitgaande van transparantie in de handelsketen; voorkoming en beëindiging van verbondenheid met schendingen; en erkenning van de strijdigheid van in-/verkoop van nederzettingenproducten met OESO-richtlijnen).
Hierover moet de overheid een ´guidance note´ opstellen en aan het Nederlands Nationaal Contact Punt (NCP) voor de OESO-richtlijnen vragen een bedrijfsoverstijgend onderzoek te doen naar nederzettingenhandel en de verantwoordelijkheden van supermarkten en de levensmiddelensector.

Tweede Kamerdebat 20 mei

Op 20 mei kwam de etikettenkwestie ook aan bod tijdens een Tweede Kamerdebat over Israël en Gaza [11]. De Kamerleden Van Bommel (SP), Grashoff (GL) en Sjoerdsma (D´66) vroegen minister Koenders van Buitenlandse Zaken (lees: de Nederlandse regering) om eindelijk stappen te zetten om te komen tot een etiketteringsregeling voor producten uit illegale nederzettingen zoals in 2013 al is toegezegd door zijn voorganger Timmermans [12]. Die producten zouden niet meer het label ¨Product uit Israel´ mogen dragen.

Koenders benadrukte dat de regering uit effectiviteitsoverwegingen streeft naar een Europese aanpak en dat Nederland daarom – samen met twaalf andere landen – per brief daarop heeft aangedrongen bij de hoge vertegenwoordiger van de EU [13]. En een Europese maatregel moet daarna nationaal uitgewerkt worden, zodat alle lidstaten het beleid op dezelfde manier uitvoeren vanuit het belang van de gemeenschappelijke Europese markt.

Van Bommel benadrukte dat er tot nu toe geen vooruitgang is geboekt in de belangrijke politieke doelen van Nederland met betrekking tot het Palestijns-Israëlische conflict en dat een van de dingen die Nederland op eigen gelegenheid kan doen, is optreden tegen het feit dat menig winkel producten verkoopt uit de nederzettingen die gelabelled zijn met ´Product uit Israel´.

Koenders beweerde dat op bilateraal vlak de Nederlandse overheid al jaren de economische relaties van het Nederlandse bedrijfsleven met bedrijven in de Israëlische nederzettingen ontmoedigt. De overheid zou Nederlandse bedrijven desgevraagd over dat beleid informeren, actief bedrijven informeren in gevallen waarbij zij zelf is betrokken en geen diensten verlenen aan Nederlandse bedrijven met activiteiten die zij ontplooien in of ten behoeve van Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied.

Het ontmoedigingsbeleid zou volgens hem ¨onverkort worden toegepast bij de volgende edities van het bilaterale samenwerkingsforum met Israël¨. En nu zouden alleen Israëlische bedrijven deelnemen die zijn gevestigd binnen de grenzen van Israël van 1967 en waarvan de activiteiten in het kader van het samenwerkingsforum ook binnen die grenzen worden uitgevoerd. Maar dit lijkt in tegenspraak met wat de NRC in 2013 vaststelde [14]).

Van Bommel wees in verband met de etikettenkwestie ook op de tegenstrijdigheid tussen ¨staand ontmoedigingsbeleid¨ en het (doorgaan van de) verlening van belastingkorting aan organisaties die projecten steunen in de illegale nederzettingen. Maar Koenders wilde daar nu niet op in gaan; hij zei wel toe te zullen reageren op nadere informatie en vragen ná dit debat.

Moties

Na het debat met de minister werden verscheidene moties ingediend mbt herkomstetikettering.

Sjoerdsma (D´66) stelde voor dat de regering in september dit jaar ¨een nationaal richtsnoer voor correcte etikettering¨ opstelt indien er tegen die tijd nog geen Europees richtsnoer is (Motie nr 402 (23432)). De reactie van Koenders: ¨Natuurlijk kun je zeggen: als we aan etiketteren in Nederland beginnen en een aantal conditionaliteiten aan de fora verbinden, wordt de nationale verantwoordelijkheid waarschijnlijk genomen en komen we een stuk verder. Maar ik betwijfel dat en denk overigens ook niet dat het zo is.¨
Sjoerdsma hield daarop zijn motie aan tot een nader te bepalen behandeldatum.

Van Bommel (SP) constaterende mede namens Grashoff (GL) dat uit onderzoek blijkt dat producten uit illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied in supermarkten in Nederland worden verkocht met Israël als herkomstland op het etiket. Hij stelde daarom voor dat de regering meer geld ter beschikking stelt aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zodat die meer controles kan uitvoeren op etikettering van producten uit nederzettingen. (Motie nr. 403 (23432))

Na het voorlezen van deze motie volgde er een korte discussie tussen Koenders en van Bommel over mandaat en capaciteit van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), en over de verkoop van producten die etiketten hebben met een onjuiste herkomstvermelding. Bij dat laatste gaat het volgens Van Bommel aan de ene kant om onterecht genoten importkorting (via de voorkeursregeling in het landbouwakkoord Israël-Nederland [15]) waarop de douane moet toezien, en aan de andere kant om het juist informeren van de consument waarbij de NVWA effectief meldingen zou moeten kunnen onderzoeken. Koenders ging er niet echt op in en merkt op dat de tariefkwestie bij importen beter door de EU kan worden aangegaan, en dat de NVWA over voldoende middelen beschikt.
De motie van Van Bommel en Grashoff werd op de stemming op 26 mei [16] verworpen) .

Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) stelde voor dat Nederland, ook in EU-verband, afziet van het verplicht labellen van Israëlische producten afkomstig uit de Westelijke Jordaanoever omdat dat volgens hem neerkomt op een boycot. (Motie nr. 408 (23432)). Deze werd tijdens de stemming op 26 mei verworpen.

Verbod op boycots, desinvesteringen en sancties via de TTIP?

Tijdens het debat vroeg Kamerlid Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk) naar de mening van Koenders over een relevant amendement dat onlangs zou zijn aangenomen door beide huizen van het Amerikaanse parlement [17]. De Amerikaanse regering wordt daarin opgedragen om tijdens de lopende onderhandelingen voor het TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership) van de EU te eisen dat het een verbod accepteert op boycots, desinvesteringen en sancties (BDS) tegen Israel (ivm de nederzettingen). Zo´n verbod zou moeten worden opgenomen in de onderhandelingsteksten.

Koenders weet niet waar hij het over heeft en wil graag nadere informatie. Hij geeft wel aan dat ¨de Nederlandse regering uiteraard niet akkoord gaat met een TTIP-verdrag waarin in dit geval de Verenigde Staten zouden bepalen wat wij wel of niet doen in het kader van relaties met andere landen.¨ Kuzu wil dat Koenders hierover een brief schrijft aan de Kamer.

DocP-BDS_inspectieteam

Dreigement aan de EU en Europese burgers

Hoewel het bij de naleving van etiketteringsrichtlijnen niet gaat om een bocot, desinvestering of sanctie, is de politieke boodschap van de VS aan de EU duidelijk: ¨Neem geen schadelijke handelsmaatregelen tegen Israël. Kom je aan Israël, dan kom je aan ons.¨

Het is ook een duidelijke boodschap aan burgers en belangengroepen die in actie willen komen tegen de oorlogsmisdaden en schending van mensenrechten in Palestina of waar dan ook: ´Blijf met je handen af van de economische belangen van Israël en andere regiems die onze strategische ´partners´ zijn¨.
Het amendement [18] werd op voorspraak van de pro-Israëllobby ingevoegd in een wetsvoorstel om de Trade Promotion Authority bill (Obama´s Fast-track) [19] te verlengen. Op 21 mei werd die Trade Promotion Authority bill na flink wat wealing&dealing aangenomen [20]. Maar het is onduidelijk of het amendement er nog steeds onderdeel van uit maakte. Als dat wél zo is, dan zal dit volgens een ingewijde, een grote wijziging inluiden van het Amerikaanse buitenlandse beleid omdat hiermee de Amerikaanse bescherming van de illegale nederzettingen wordt gelegaliseerd.

(un)COOL VS

Ook op andere vlakken worden handelsbesprekingen en verdragen misbruikt om de vrije en geïnformeerde consumentenkeuze en milieu-, gezondheids- en andere maatschappelijke belangen te frusteren. Cool staat voor Country of Origin Labeling Regulations, een Amerikaanse maatregel die uit 2002 stamt en die strenge etiketteringsvoorschriften bevatte voor een aantal vleessoorten en andere levensmiddelen.. Deze regeling die een doorn in het oog was van de machtige vleesindustrie kwam tot stand na jarenlange publiekscampagnes om tegemoet te komen aan zorgen over milieu, gezondheid en dierenwelzijn [21].

Het IATP (Institute for Agriculture and Trade Policy) hierover: Obama zei op 8 mei jl. ¨Geen enkel handelsakkoord zal ons dwingen onze wetten te veranderen¨ en nog geen 2 weken later ( …) stemde het landbouwcomitee van het House of Representatives voor het ontmantelen van COOL. Aanleiding was een definitieve uitspraak van de Wereldhandelsorganisatie WTO die de VS veroordeelde wegens overtreding van de handelsregels omdat supermarkten via COOL verplicht werden op de vleesetiketten aan te geven waar de geslachte varkens, runderen en kippen zijn geboren, vetgemest en geslacht.

Achter de zaak die Canada en Mexico aanspanden bij de WTO, ging de Amerikaanse vleesindustrie schuil die zich bedreigd voelde door consumenten die willen weten hoe er met de dieren worden omgegaan die ze uiteindelijk op hun bord krijgen. Veel van die dieren zijn afkomstig uit de buurlanden, want dat is goedkoper. Wat de industrie niet wilde, was een consumenteneis voor ¨born, raised and slaughtered in the U.S.A.¨. Vanaf het begin van inwerking stelling van COOL in 2002 vocht de industrie hiertegen met de inzet van enorme sloten geld die op gingen aan lobbyen en PR. Maar de Amerikaanse politiek hief de regeling niet op wegens de overweldigende steun voor COOL.  COOL werd namelijk gesteund door 90% van de bevolking en vele vakbonden, boeren-, consumenten- en andere maatschappelijke groepen.

GMO etikettering

Volgens het IATP zijn er de afgelopen twee jaar in 30 staten zo´n 70 wetsvoorstellen ingediend voor het etiketteren van genetische gemanipuleerd voedsel. Ook dat wordt door de meeste Amerikanen gesteund. Maar ook hier zijn er door de industrie vele miljoenen dollars uitgegeven voor PR en lobby om deze intitiatieven te torpederen.

TTIP en TPP

Net als bij COOL worden ook internationale handelsregels misbruikt om deze initiatieven uit de weg te ruimen nadat dit niet is gelukt met een massale PR en lobbycampagne. In de VS zet de industrie nu het TPP (Transpacific Partnership) en het TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership) in om voedselveiligheids- en milieuregels naar hun hand te zetten. De onderhandelingen over TTP en TTIP zijn – zo is op basis van gelekte documenten ontdekt – juist ontworpen om de nationale wet- en regelgeving te ¨harmoniseren¨ ten behoeve van grotere ondernemerswinsten.

(un)COOL EU?

De EU heeft ook een COOL-regeling. En sinds 2002 moet voor rundvlees precies worden aangegeven waar het dier is geboren, opgegroeid, vetgemest, geslacht en gesneden [22]. En COOL is in 2005 uitgebreid met andere soorten vlees. Het Europese Parlement heeft zich zelfs uitgesproken voor het opnemen van vlees als ingrediënt in verwerkt voedsel [23].

Nu de Amerikaanse COOL onderuit is gegaan door de inzet van de WTO, lijkt het waarschijnlijk dat dit ook zal gebeuren met de Europese COOL. Zeker nu duidelijk is geworden dat de industriële landbouwsectoren in de VS en de EU via de TTIP proberen om de bestaande voedselveiligheidsregels aan te tasten. COOL is een belangrijke kwestie voor de industrie en loopt daarom kans om via het mechanisme van de ¨regulatory harmonization¨ van TTIP onderuit te gaan.

En af te gaan op berichten in de pers, doet de Commissie al verkapte concessies richting Amerikanen door af te zien van verdere uitbouw van verplichte etikettering naar andere levensmiddelen [24].

De tegenaanval wordt ingezet…

Met de nu opgedane ervaring van COOL halen de voedsel- en boerengroepen in de VS alles uit de kast halen om in de komende maanden te voorkomen dat de Fast Track-procedure, die handelsdossiers reduceert tot een parlementair Ja-Nee, nog meer voedselwetten onderuit haalt. Afstoppen van de Fast Track betekent democratiseren van het voedselbeleid, aldus het IATP.

En hier in Europa valt ook veel te winnen, om te beginnen in Nederland.

DocP-Boycot_dadels_uit_Israel
Update 4 juni (mbt. desinvesteringen door pensioenfondsen):

De PvdA wil dat Nederlandse pensioenfondsen stoppen met het investeringen in kolen-, olie- en gas-exploitatie snel moeten afbouwen ivm milieu n belastingdruk. Wellicht hier ook sprake van strategische partners en grondstofstromen? Zie:
¨PvdA: pensioenfondsen niet langer in kolen, olie, gas,¨ NOS, 4 juni 2015.

Update 7 juni (mbt. BDS-inspecties bij supermarkten):

Op 6 juni werden er BDS-inspecties uitgevoerd in 3 supermarkten in Heemstede. Vooral bij AH (Blekersvaart) en Dekamarkt (Binnenweg) werden veel producten gevonden die waarschijnlijk illegaal geproduceerd zijn in de Israelische nederzettingen. De inspecteurs werden daar echter weggejaagd. Ook weigerde de bedrijfsleider van Dekamarkt nadien een rapportage en verzoek tot verwijdering van besmette waar in ontvangst te nemen. Bij de Vomar (Binnenweg) waren maar een paar met mensenrechtenschendingen besmette producten te vinden en de inspecteurs werden daar welwillend ontvangen. Zie: ¨BDS-inspecteurs uit supermarkten gezet in Heemstede,¨ Dichtbij, 7 juni 2015.

Meer lezen:
– ¨Plan etikettering producten Israël gaat door,¨ Trouw, 23 mei 2013.
– ¨Nederzettingen mogen ‘Made in Israël’ blijven gebruiken,¨ RTL, 1 oktober 2013.
– ¨Palestina: verdrijving, repressie en armoede voor boeren, maar voedsel uit illegale nederzettingen hier te koop,¨ Supermacht, 8 maart 2014
– ¨21 febr, Wageningen: workshop voedselproductie West-Sahara en illegale Israëlische nederzettingen, en import EU, NL,”Supermacht, 8 februari 2014.
– ¨Boycot producten illegale nederzettingen Israël gaat ´ondergronds´, maar effectief douanetoezicht is noodzakelijk!,¨ Supermacht, 29 juli 2013.
– ¨Oproep aan supermarkten en groothandels: ‘Stop verkoop van producten uit illegale Israëlische nederzettingen’,¨ Supermacht, 29 april 2013.
– ¨West-Sahara: plundering en voedselhulp voor Saharawi; goedkope vis en tomaat in onze supermarkten,¨ Supermacht, 1 maart 2014
– ¨Israelische bezetting van de West-Bank: EU-richtlijnen en Nederlandse supermarktboycot,¨ Supermacht, 23 juli 2013.
– ¨Freeze Flashmob voor Boycot Israel in Albert Heijn Utrecht,¨ Supermacht, 30 januari 2010.
– ¨Europese Commissie overlegt over herkomst-etiket,¨ LTO Noord, 9 mei 2009.
– ¨Mexican Tequila, French Roquefort: Food origins get new protection at WIPO,¨ EurActiv,  27 mei 2015.
– ¨Kritiek op boycottende supermarkten is onwaarachtig gekakel,¨ Joop/Dries van Agt, 24 juli 2013.

Noten:
[1] ¨Het is doodsimpel: de Israëlische nederzettingen zijn illegaal, De producten ervan dus ook,¨ Joop, 17 juni 2013.
[2] Bijvoorbeeld voor Israël.
In de praktijk maakt Israël geen onderscheid tussen het eigen grondgebied en de nederzettingen. Het adres van het hoofdkantoor van een bedrijf dat produceert in een nederzetting wordt gebruikt in plaats van het adres in de nederzetting, en producten uit Israël worden gemengd met producten uit nederzettingen. Douanes van importerende landen zijn niet toegerust voor onderzoek naar dergelijke misstanden.
¨Producten die afkomstig zijn uit de nederzettingen zijn niet afkomstig uit Israël en mogen dus niet het oorsprongskenmerk ‘product’/product from Israel’ dragen¨, aldus voormalig Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans, Kamerbrief inzake nederzettingenproducten, 7 oktober 2013. Toch liggen nu producten uit de nederzettingen met misleidende etikettering als ´Made in Israel´ in de Nederlandse supermarkten. Valse productvoorlichting is echter in Nederland verboden. Bovendien krijgen de illegaal geproduceerde producten financieel belastingvoordeel via het Europese preferentiebeleid wat uitsluitend voor Israelische producten geoorloofd is. (uit rapport SOMO)
[3] Daarbij zijn supermarkten als Albert heijn ook aangesloten bij de Business Social Compliance Initiative BSCI), een ¨leidend business-driven initiatief voor ondernemingen die zich inzetten voor de verbetering van arbeidsvoorwaarden in fabrieken en op boerderijen in de hele wereld¨.
[4] BNR-radiointerview met Marc Jansen CBL, 15 april 2015.
[5] ¨CBL wil naam nederzetting op etiket,¨ Distrifood,  11 mei 2015.
[6]Zie ¨Wat zijn de inspectieteams?,¨ (DocP) en  ¨BDS inspectieteam vindt 18 verdachte producten bij Albert Heijn,¨ DocP, 8 maart 2015 en ¨Dadelcampagne 2015¨ (DocP)
[7] Zie: ¨Supermarkten: ´We nemen geen politieke stelling´,¨ Pax voor Vrede, 7 mei 2015 en ¨Producten uit bezette gebieden uit de schappen? Vraag het je supermarkt!,¨ Pax voor Vrede, 14 oktober 2014 en ¨Boycot Israël niet,¨ Pax voor Vrede 30 april 2015.
[8] Zoals in 2011 is gedaan in België: ¨Activisten dienen klacht in tegen invoerder van Israëlische groenten en fruit,¨ HLN, 14 mei 2011.
[9] ¨‘Nederzettingenhandel en de rol van Nederlandse supermarkten bij mensenrechtenschendingen in de Palestijnse gebieden’,¨ SOMO, 20 mei 2015.
[10] De OESO en de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) brachten in januari een voorlopige versie uit van een ´due diligence´-handleiding voor ketenverantwoordelijkheid in de agrarische sector. Zie: ¨FAO-OECD Guidance for Responsible Agricultural Supply Chains,¨ jan 2015.
[11] ¨Stenogram Debat over de situatie in Israël en Gaza,¨ Tweede Kamer, 20 mei 2015.
[12] ¨Minister: Agrarische producten uit Israels nederzettingen in Nederlandse winkel herkenbaar aan label,¨ BDS Nederland, 19 maart 2013.
[13] Zie: ¨European FMs urge policy chief: Label West Bank settlement products,¨ Haaretz, 16 april 2015.
Zie ook de brief die een groep van bekende voormalige premiers en ambassadeurs stuurde aan Federica Mogherini, hoofd van EU Buitenlandse Politiek, waarin ze aandringen op snelle herevualatie van het Europese beleid tenzien van de Palestijnse staat en dat zij de ¨leiding moet nemen om het belangrijke etiketteringswerk rondom de nederzettingproducten af te maken.¨ (¨Former European leaders call for change in EU policy on Israel,¨ Guardian, 13 mei 2015.
[14] Het NRC meldde in 2013 dat Timmermans onder druk van de VVD bakzeil haalde en dat hij akkoord moest gaan met het faciliteren van een dubieus ´bilateraal samenwerkingsforum¨ tussen Nederlandse en Israëlische bedrijven, inclusief bedrijven die actief zijn in de nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Zie ook: ¨EU verhoogt druk op Israël,¨ FTM, 17 juli 2013. 
Het officiële Nederlandse beleid gaat weliswaar uit van ontmoediging van Nederlandse bedrijven om economische relaties te onderhouden met Israëlische bedrijven die opereren in nederzettingen in bezet gebied. Het ondersteunen van samenwerking met nederzettingenbedrijven (via dit forum) is dus in strijd met het Nederlandse beleid. Volgens Timmermans zou dat ¨wat die bedrijven in Israël of de nederzettingen doen, zich onttrekken aan de controle van de Nederlandse regering en kan de Nederlandse staat moeilijk iets kan afdwingen bij Israëlische bedrijven¨. De Nederlandse regering kiest er dus NIET voor om nederzettingenbedrijven van het samenwerkingsforum te weren en legte de verantwoordelijkheid daarvoor bij de Nederlandse ondernemingen.¨  Uit: ¨Toch Nederlandse steun voor bedrijven in nederzettingen Israël,¨ NRC, 2 december 2013 .
[15] Israël is onderdeel van het Euro-Mediterranean Partnership (Euromed) dat ¨economische integratie en democratische hervorming bevordert¨. In 2088 startten de EU en Israël onderhandelingen voor vrijhandel in (on) bewerkte landbouwproducten, vid en visproducten  (¨Council Decision of 20 October 2009¨). Dit verdrag is sinds januari 2010 van kracht. Over de West Bank en nederzettingen, zie ¨West Bank¨ en ¨Special requirements apply to products originating in the Israeli settlements¨.
[16] ¨Moties ingediend bij het debat over de situatie in Israël en Gaza,¨ Tweede Kamer, 26 mei 2015.
[17] Zie: ¨Dreigende Amerikaanse sancties voor ‘anti-Israëlische’ EU,¨ Joop, 19 mei 2015 en ¨US to vote on pro-Israeli provisions in EU free trade,¨ Euobserver, 12 mei 2015, ¨Pro-Israel Clause Added To Trade Debate Unanimously¨, Popular Resistance, 24 april 2015 en ¨AIPAC behind new US/EU trade legislation designed to thwart BDS,¨ Biltareals, 12 februari 2015.
[18] Roskam.
[19] FAS
[20] ¨Senate advances Trade Promotion Authority bill,¨ Daily Kos, 21 mei 2015.
[21]  Zie oa. ¨WTO Final Ruling on Meat Labels Exposes TTIP threat to Democracy,¨ ARC2020, 20 mei 2015 en ¨WTO Orders U.S. to Gut U.S. Consumer Country-of-Origin Meat Labeling Policy, Further Complicating Obama Fast Track Push by Spotlighting How Trade Pacts Can Undermine U.S. Consumer, Environmental Policies,¨ Public Citizen, 18 mei 2015.
[22] Food labelling Beef.
[23] ¨EU-parlement wil ook etiket voor producten met verwerkt vlees,¨ NU, 11 februari 2015.
[24] ¨Commissie wil EU-regels oorsprongsetikettering behouden,¨ Vilt, 27 mei 2015.

Bronnen:
– ¨Mensenrechtenschendingen in de nederzettingen: Supermarkten ontkennen hun verantwoordelijkheid,¨ Roos van Os, Anne Schuit (SOMO), 24 april 2015.
– ¨Levensmiddelen branche continueert handel met illegale nederzettingen,¨ DocP, 11 april 2015.
– ¨MVO beleid overheid wordt door bedrijven genegeerd bij verkoop nederzettingenproducten,¨ SOMO, 20 mei 2015.
– ¨Dreigende Amerikaanse sancties voor ‘anti-Israëlische’ EU,¨ Joop, 19 mei 2015.
– ¨Stenogram Debat over de situatie in Israël en Gaza,¨ Tweede Kamer, 20 mei 2015.
– ¨‘Nederzettingenhandel en de rol van Nederlandse supermarkten bij mensenrechtenschendingen in de Palestijnse gebieden’,¨ SOMO, 20 mei 2015.
–  ¨WTO’s COOL Ruling confirms that trade treaties undermine national laws,¨ IATP- 24 mei 2015.

(verkorte weblink: https://www.supermacht.nl/?p=4863)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *