Ahold weigert deelname aan Fair Food Program – de mythe van de ‘aanpak van mensenrechtenschendingen door bedrijven’ (#3)

In mei 2013 haalde de Coalition of Immokalee Workers, de organisatie van tomatenplukkers uit Florida, drie mythes onderuit waarmee Ahold het beeld in stand probeert te houden van een maatschappelijk verantwoorde onderneming. Mythe #3 : de ‘aanpak van mensenrechtenschendingen door bedrijven’

(door Coalition of Immokalee Workers, vertaling Rob Bleijerveld)

Mythe #3: Men kan erop vertrouwen dat bedrijven zelf onderzoek doen en gepaste maatregelen nemen zodra hun leveranciers de mensenrechten van hun werkers schenden.
(Voor Mythe #1, zie hier en voor Mythe #2 zie hier)

Dignity

In dit derde en laatste feuilleton van onze serie ‘De Drie Fundamentele Mythes die de Basis vormen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen‘ buigen we ons nu over de derde basale kwestie, namelijk: Wie kan er worden vertrouwd als het gaat om de bescherming van de werknemersrechten in een productieketen?

Kan van de ondernemingen zelf worden verwacht dat ze de activiteiten van hun leverenciers en dat gepaste strafmaatregelen toepassen als er sprake is van schendingen?

Of moeten het – voor de effectiviteit en daarmee de geloofwaardigheid – juist de werkers zijn die een stem hebben in de bescherming van hun eigen rechten, in het onderzoek en in het afhandeling van klachten, waarbij de verantwoordelijkheid wordt gedeeld met de bedrijven die profijt halen uit hun arbeid?

Het zal je waarschijnlijk niet verbazen dat Ahold en de CIW hier anders tegen aan kijken.

Wij snappen het . . .

Het perspectief van Ahold is duidelijk wat deze vraag betreft en het wordt vervat in een enkele zin uit diens Verklaring over de Campagne voor Eerlijk Voedsel (Statement on the Campaign for Fair Food):

Wij zijn waar nodig bereid om elke melding diepgaand en per omgaande te onderzoeken en om gepaste actie te ondernemen.” (Meer lezen)

Met deze 19 woorden verpakt de multinational op efficiënte wijze drie belangrijke veronderstellingen:

Veronderstelling 1:  Ahold kan schendingen in zijn keten onderzoeken
Veronderstelling 2:  Ahold kan vaststellen wat ‘gepaste actie’ is in geval van schendingen.
Veronderstelling 3:  Ahold kan bepalen wanneer actie nodig is.

Een klein zinnetje voor de PR-afdeling van het bedrijf, maar tegelijkertijd een hele grote stap – achterwaarts! – voor het beschermingsniveau van de rechten van werkers die de koopwaar bijeenrapen die wordt verkocht in de duizenden supermarkten van Ahold wereldwijd.

Demo 'recht op'

Maar jullie niet . . .

Met dezelfde efficiency die Ahold betracht, zullen wij elk van deze punten opeenvolgend en bondig van commentaar voorzien:

1. De Fair Food Standards Council (FFSC) heeft de afgelopen twee jaar meer dan 250 klachten van landarbeiders verzameld, alleen al op de boerderijen die deelnemen aan het Fair Food Programma (FFP). De FFSC heeft een staf van 10 mensen die 24-uur per dag de klachtenlijn bedienen, alle onderzoeken verrichten, de feiten vaststellen, en de klachten oplossen.
Op geen enkele wijze zou Ahold datzelfde kunnen doen voor de tomatenplukkers in Florida, en het antwoord op de vraag of Ahold schendingen in zijn keten kan onderzoeken is dan ook duidelijk: Nee. En op de vraag of Ahold de rol van onderzoeker zou moeten spelen, is het antwoord nog nadrukkelijker: Nee!
De concurrentiebelangen van de onderneming – van de schadebeperkende PR-inzet tot aan zijn ketenstabiliteit – maken het voor Ahold feitelijk onmogelijk om een onpartijdig, doorzichtig en diepgaand onderzoek te verrichten naar potentiële mensenrechtenschendingen zoals die de FFSC dagelijks uitvoert.
Met een bewezen, gevestigd programma als het Fair Food Program voor handen – door een mensenrechtendeskundige geprezen als een “onafhankelijk en robuust handhavingsmechanisme” is het antwoord aan Ahold duidelijk: Jullie kunnen dat niet. Je zou het zelfs niet moeten proberen. Kom en participeer dus in het Fair Food Program.

2. Zie hierboven waar het gaat over ‘concurrentiebelangen’.
3. Zie ook hierboven.

march_day_1_1Dat zijn de mechanische en utilitaire argumenten tegen Ahold’s poging om zelf de rol toe te eigenen van het toezicht op de eigen keten. Het werkt niet, kort gezegd. Het werkte niet in het verleden, toen tijdens het toezicht door Ahold op zijn keten tientallen gevallen van vastgesteld misbruik aan het licht kwamen. En het werkt nu ook niet.

De enige partijen die van zo’n benadering profiteren zijn Ahold en de teeltbedrijven die vast willen houden aan de manier waarop altijd zaken is gedaan op de velden.

Maar vele anderen zijn er het slachtoffer van. De werkers lijden nog steeds onder het misbruik als onderzoek naar de mensenrechtenschendingen achterwege blijven en de daders onbestraft blijven. Telers die wel op een goede manier met hun personeel proberen om te gaan, worden niet beloond voor hun investeringen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden. En consumenten zullen voedsel blijven kopen dat besmet is door het misbruik uit het verleden – van sexueel geweld en intimidatie tot aan slavernij.

Maar er is nòg een argument dat is gebaseerd op het concept van de basale menselijke waardigheid. We zeiden het al eerder, en we blijven het zeggen: wanneer het aan komt op het onderzoek naar mensenrechtenschendingen, op het vaststellen van “gepaste maatregelen” en op het bepalen hoe klachten kunnen worden afgehandeld, dan is het nodig om de mensen wiens rechten worden geschonden er bij te betrekken.

En we gaan nog een stap verder. Niet alleen de mensen wier rechten zijn geschonden moeten erbij betrokken worden, maar ook moet het proces – indien mogelijk – worden geleid door de werkers zelf. Om een eerder in deze campagne aangehaald argument te parafraseren: Niets kan worden gedaan vóór de werkers zònder deelname van de werkers.

Want hoe ethisch en puur van intentie Ahold ook denkt te zijn, vroeger of later komen de managers van het bedrijf er achter dat de landarbeiders van Immokalee bezig zijn om in Florida een nieuwe wereld te op bouwen, samen met welwillende telers, voedselverwerkers en retailers. Een wereld waarin landarbeiders worden gerespecteerd, en waar ze een echte stem hebben in de keten. De hoeksteen voor deze nieuwe wereld is de erkenning dat de landarbeiders niet alleen een vitale en gelijkwaardige speler in de industrie als geheel zijn, maar ook dat ze net zo essentieel zijn voor Ahold’s succes als zijn eigen managers en de door Ahold geprefereerde teeltbedrijven. ant zonder landarbeiders is er geen voedsel , met of zonder integriteit.

**************

Hiermee beëindigen we onze driedelige serie als antwoord op Ahold’s verklaring over de Campagne voor Fair Food. We sluiten af met de vragen die Lucas Benitez van de Coalition of Immokalee Workers afgelopen maand stelde aan het bestuur van Ahold tijdens diens jaarvergadering in Amsterdam. Zijn verhaal werd afgekapt nog voordat hij kon eindigen. Dus we nodigen Ahold hierbij uit om van de gelegenheid gebruik te maken om zijn verklaring aan te horen en om daarop te antwoorden – wij beloven dan dat we die verklaring zullen publiceren. . .

you_can't_fake

Mijn naam is Lucas Benitez en ik ben aan afgevaardigde van de Coalition of Immokalee Workers uit Florida, een internationaal erkende mensenrechtenorganisatie die vooraan staat waar het gaat om duurzaam voedsel, het organiseren van gemeenschappen, anti-slavernij werk, en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De meerderheid van de CIW-leden zijn migranten die op boederijen werken.

Twee jaar geleden kwamen wij naar Amsterdam en vroegen we waarom Koninklijke Ahold weigerde om een Fair Food-premie te betalen en om te voldoen aan hogere ethische standaards in hun tomatenaanvoerketen in de VS, terwijl vele andere grote ondernemingen als McDonald’s en Subway hen voorgingen als deelnemers aan het Fair Food Programma. Sinds die tijd sloten zich ook de Trader Joe’s supermarktketen en de Chipotle fastfoodketen aan, zodat het aantal deelnemende voedselopkopende bedrijven op elf komt.

Negentig procent van de tomatentelers in Florida nemen ondertussen deel aan het Fair Food Program (FFP), maar Koninklijke Ahold’s weigering zorgt er voor dat de markt ruimte biedt aan een aantal weerspannige telers. Eerder dit jaar presenteerde de Global Compact van de VN het Fair Food Program als een model voor ketenduurzaamheid. Een week geleden noemde het Witte Huis het FFP “een van de meest succesvolle en vernieuwende programma’s” op dit moment in de strijd bij het tegengaan van moderne vormen van slavernij. En sinds ons laatste bezoek hier riepen duizenden klanten van dochtermaatschappijen Giant en Stop&Shop Ahold op via demonstraties, protesten en protestbrieven op om deel te nemen aan het FFP.

Arbeidsrechtenschendingen op de velden in Florida hebben een geschiedenis en op dit moment vinden er tenminste twee afgedwongen arbeidsonderzoeken plaats. Hebt u voldoende vertrouwen in uw zelf-monitoringssysteem om nu tegen uw aandeelhouders te kunnen zeggen dat het hierbij niet gaat om telers binnen de aanvoerketen van Ahold? Op dit momnent is het niet langer de vraag “Waarom zou Ahold meedoen aan het Fair Food Programma?”, maar “Waarom niet?” “Waarom zou Ahold en zijn aandeelhouders geen deel willen uitmaken van de hoogste ethische standaards in deze industrie op dit moment?

We wachten op Ahold’s antwoord.

Bron: “Myth #3: Corporations can be trusted to unilaterally investigate, and to determine any appropriate corrective action, when their suppliers violate their workers’ human rights,” CIW online, 7 mei 2013.

(verkorte weblink: https://www.supermacht.nl/?p=3696)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *